roll up this ad to continue
verse 1
D
Heb je van de Zilveren Vloot wel gehoord
A D
De Zilveren Vloot van Spanje?
C D
Die had er veel Spaanse matten aan boord
A D
En appeltjes van Oranje!
D G D
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein
G C
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot
D C G
Hij heeft gewonnen de Zilveren Vloot.
C G D G
Hij heeft gewonnen, gewonnen de Zilvren vloot.
verse 2
D
Zei toen niet Piet Hein, met een aalwaerig woord:
A D
'Wel, jongetjes van Oranje
C D
Kom, klim 'es aan dit en dat Spaansche boord
A D
En rol me de matten van Spanje!'
D G D
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein
G C
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot
D C G
Hij heeft gewonnen de Zilveren Vloot.
C G D
G
Hij heeft gewonnen, gewonnen de Zilvren vloot.
verse 3
D
Klommen niet de jongens als ratten in 't want
A D
En vochten ze niet als leeuwen?
C D
Ze maakten de Spanjers duchtig te schand'
A D
Tot in Spanje klonk hun scheeuwen.
D G D
Piet Hein, Piet Hein, Piet Hein zijn naam is klein
G C
Zijn daden bennen groot, zijn daden bennen groot
D C G
Hij heeft gewonnen de Zilveren Vloot.
C G D G
Hij heeft gewonnen, gewonnen de Zilvren vloot.
verse 4
D
Kwam er nu nog eenmaal zo'n Zilveren Vloot
A D
Zeg, zou jelui nog zo kloppen?
C D
Of zoudt gij u veilig en wel buiten schoot
A D
Maar stil in je hangmat stoppen?
D G D
Wel, Neerlands bloed, dat bloed heeft nog wel moed!
G C
Al bennen we niet groot, al bennen we niet groot
D C G
We zouën winnen de Zilveren Vloot!
C G D G
We zouën winnen, ja winnen de Zilveren Vloot!