roll up this ad to continue
Intro: E B Mijn naam dat is Sunjata E B Ik ben de zoon van knappe koning Keita E B En Sogolon, dat is mijn mama E B E Wij zijn gevlucht voor de kwaaie Tasuma Verse 1: E B Als kind was ik een lelijk ding E Ik kon niet spreken B E En niet op m'n benen staan E B Nu ben ik al jaren een vluchteling E B Ik moet vluchten anders ga ik eraan A B E (hij moet vluchten anders gaat hij eraan) wo-ooh A B C#m E (hij moet vluchten anders gaat hij eraan) Verse 2: E B Ik heb in verre landen bij koningen gelogeerd E B E En ik zag tussen mensen veel verschillen E B Zo heb ik iets belangrijk geleerd E B Dat alle mensen toch hetzelfde willen E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B E Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) Verse 3: E B E Iedereen wil zich toch liever E B E Goed voelen dan slecht E B Dus moeten wij elkaar helpen E B Zeg dat Sunjata het heeft gezegd A B (zeg dat Sunjata het heeft gezegd)wo-ooh A C#m E (zeg dat Sunjata het heeft gezegd) Verse 4: E B E Ik droom soms van een land B Zonder ruzie met alleen maar leuke mensen E B En ik vraag me af waarom dat niet bestaat E B Terwijl alle mensen toch hetzelfde wensen E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) Interlude: N.C. Sommigen zijn klein, anderen zijn groot Sommigen zijn wit of bruin of geel of zwart of rood Sommigen zijn dun, anderen zijn dik Sommigen zijn moedig en anderen hebben schrik Sommigen eten vlees en anderen eten vis Sommigen worden vies als er vlees op tafel is Sommige mensen lezen achterstevoren Sommige mensen hebben hele grote oren Sommigen hebben veel, anderen bijna niets Sommigen gaat te voet en anderen met de fiets Sommigen zijn sterk, anderen zwak Sommigen zijn gehaast en anderen opt gemak Sommigen lezen boeken, zoals de Koran Anderen de Bijbel, sommigen vinden er niks aan Sommigen vinden ditte, anderen datte Sommigen eten fritte, anderen patatten Sommige hebben spieren of hele dikke billen maar er is één ding dat alle mensen willen E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!)
Verse 1:
Verse 2:
E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B E Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!)
Verse 3:
Verse 4:
E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!)
E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!) E B Dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven! (dat het leven leuk is dat het leuk is om te leven!)
unlimited access to hundreds of video lessons and much more starting from
* regarding the bi-annualy membership