Intro
D G A A
D G A A
Verse 1:
D G A A
Mijn auto werd gestolen vannacht,
D G A A
terwijl ik lag te slapen, zacht.
G G
Toen ik opstond vanmorgen keek ik uit het raam,
A A G
mijn ogen zagen niets, daar waar hij had moeten staan.
A D D
Mijn auto werd gestolen vannacht.
Verse 2:
D G A A
Mijn auto is er vandoor gegaan,
D G A A
ik zweer u, ik had hem op slot gedaan.
G G
Ik voel me verloren, kreupel en blind,
A A G
ik ben beroofd aan een goeie vriend.
A D D
Mijn auto werd gestolen vannacht.
Interlude
D G A A
D G A A
G G A A
G A D D
Verse 3:
D G A A
Mijn auto werd gestolen vannacht,
D G A A
dit had ik nooit verwacht.
G G
Hij was oud, verroest, versleten en traag,
A A G
maar hij was van mij en ik zag hem toch zo graag.
A D D
Mijn auto, mijn auto ...
G A D D
mmm', mijn auto, mijn auto, mijn auto,
G A G
mijn auto werd gestolen vannacht.