Intro 1
N.C.
Viool
Intro 2
Am Am
Verse 1:
Am Am G G
Je ziet ze zwerven hier en daar, door de straten van de grote stad,
Am Am G G
hun hoofd naar omlaag, radeloos vervolgen zij hun pad.
C C Am Am
Met hun ziel overhoop, een ziel die in 't verleden leeft;
C C Am Am
zonder vreugd, zonder hoop, niemand die om hen geeft.
G G*
Am Am
Een blik die in de leegte staart, mannen met een gebroken hart.
Verse 2:
Am Am G G
Je hebt niet het recht om te denken dat je beter bent,
Am Am G G
als het lot 't zo had beslecht dan was je nu misschien één van hen.
C C Am Am
Want ook zij hebben ooit in 't geluk en de liefde geloofd;
C C Am Am
nu zijn ze berooid, geen dak boven hun hoofd.
G G*
Am Am
Het leven heeft hen niet gespaard, mannen met een gebroken hart.
Verse 3:
Am Am G G
Sommigen van hen zijn misschien ooit succesvol geweest,
Am Am G G
voor sommigen van hen was het leven misschien ooit een feest.
C C Am Am
Misschien waren ze ooit professor, dokter, diplomaat;
C C Am Am
nu zijn ze berooid door één foute stap, één dwaze daad.
G G*
Am Am
Het lot één keer teveel getart, mannen met een gebroken hart.
Verse 4:
Am Am G G
Je zou nederig moeten zijn en respectvol als je deze mannen ziet,
Am Am G G
zo alleen, maar toch één in hun schaamte, hun wanhoop en verdriet.
C C Am Am
Je liep nooit in hun schoenen, je zag het leven nooit met hun blik,
C C Am Am
je was nooit zo hulpeloos, zo ellendig en zo ziek.
G G Am Am
Geen kans op een nieuwe start, mannen met een gebroken hart.
G G*
Am Am
Geen kans op een nieuwe start, mannen met een gebroken hart.