roll up this ad to continue
Verse 1:
D
Waarom dan keer op keer opnieuw met (n)iets begonnen,
A D
want wat ik had gewonnen verloor ik telkens weer.
Verse 2:
D
Waarom zo vaak het vuur verliefd weer aangestoken,
A D
beloften weer gebroken, op jacht naar avontuur.
G D
Terwijl ik altijd wist: voor mij is er maar één,
A A7 D D7
voor mij alleen maar één, er is maar één voor mij.
G A D D D D
Er is maar één en dat ben jij.
Verse 3:
D
Waarom ik voor een vrouw vaak niets en niemand spaarde,
A D
de hemel en de aarde desnoods bewegen wou.
Verse 4:
D
Het bleek niet meer te zijn dan storm in een glas water
A D F#7 Bm D7
en nooit, weet ik nu later, verandert dat in wijn.
G D/F# Dm/F Em
Terwijl ik altijd wist: voor mij is er maar één,
A A7 D D7
voor mij alleen maar één, er is maar één voor mij.
G A D D D D
Er is maar één en dat ben jij.
Verse 5:
D
Van wie met draken vecht en luchtkastelen tovert,
A D
berooft en soms verovert, komt zelden iets terecht.
Interlude
C
very long, ending in C
Verse 6:
D
Nu kom ik eindelijk thuis en met een mond vol tanden
A C C7
sta ik met lege handen in een leeg, verlaten huis.
F C Csus4
Terwijl ik altijd wist: voor mij is er maar één,
C G G7 C C7
voor mij alleen maar één, er is maar één voor mij.
F G C
Er is maar één en dat ben jij.
Interlude
C C C G
G G C C7
Verse 7:
F C/E Cm/Eb Dm
En nu weet ik pas echt: nu is er nog maar één,
G G7 C C7
niet meer dan één alleen, dan één alleen voor mij.
F G
Voorgoed alleen, voorgoed voor - Outro bij.
Outro
C C C C
C C C
Written by Boudewijn de Groot/Lennaert H. Nijgh