Intro
| G | G | G | C |
| C | G | D | G |
Verse 1:
G D
Kom luister naar het lied dat ik voor u ga zingen
D7 G
Het is een tragisch lied over losbandigheid
D
Het gaat over een dame uit de hoogste kringen
A D A D
De neiging tot het kwaad die kon zij niet bedwingen
A7 D
Zo raakte zij haar eer en reputatie kwijt
Refrein
G D
Zij kon het lonken niet laten, zij lonkte naar iedere man
C G D E D7 A7 D G
Dat liep veel te veel in de gaten en ho-ho-ho-ho, ho daar kwam narigheid van
Break
| G | G | G | C |
| C | G | D | G |
Verse 2:
G D
Haar man had eerst geen aandacht aan haar kwaal geschonken
D7 G
Want och, hij dacht: 'ze heeft een vuiltje in haar oog'
D
Maar toen ze na een tijdje zo diep was gezonken
A D A D
Dat z'in de kerk nog naar de preekstoel zat te lonken
A7 D
Toen kwam het ogenblik dat zij de laan uitvloog
Refrein
G D
Zij kon het lonken niet laten, zij lonkte naar iedere man
C G D E D7 A7 D G
Dat liep veel te veel in de gaten en ho-ho-ho-ho, ho daar kwam narigheid van
Break
| G | G | G | C |
| C | G | D | G |
Verse 3:
G D
Zij werd een danseres in één der minste kroegen
D7 G
Drie veren droeg zij slechts en soms geen eens geen drie
D
Soms droeg zij slecht één veer en als de klanten het vroegen
A D A D
Dan viel de laatste veer tot algemeen genoegen, haha
A7 D
En bloot lonkte ze door met dubbele energie
Refrein
G D
Zij kon het lonken niet laten, zij lonkte naar iedere man
C G D E D7 A7 D G
Dat liep veel te veel in de gaten en ho-ho-ho-ho, ho daar kwam narigheid van, jaja
Break
| G | G | G | C |
| C | G | D | G |
De moraal:
Verse 4:
G D
Maar ach zij werd te oud, zij kon geen man meer strikken
D7 G
En zij werd werkster in het ouwemannenhuis
D
En onder het dweilen door wierp zij nog wulpse blikken
A D A D
Zij maakte met haar lonken de ouwetjes aan het schrikken
A7 D
En op een dag zat zij er eentje na door het huis
Brug
N.C.
Haar emmertje met schuimend sop dat zag zij heel niet staan
N.C
Zij struikelde en brak haar nek, het was met haar gedaan, ja
Slot-Refrein
G D
Ze kon het lonken niet laten, zij lonkte naar iedere man
C G D E D7 A7 D G
Oh meisjes hou toch in de gaten, daar komt ho-ho-ho, ho daar kwam narigheid van